Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Schending auteursrecht speelgoed pony's door Duitse vennootschap in Nederland; vordering tegen gedaagde gedeeltelijk toegewezen; vordering tegen "gedaagde en gelieerde vennootschappen" niet toelaatbaar.

Uitspraak



RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

Zaak-/rolnummer 287385 / KG ZA 07-596

Uitspraak: 30 juli 2007

VONNIS in kort geding in de zaak van:

1. de vennootschap naar vreemd recht

HASBRO INC.,

gevestigd te Pawtucket, Rhode Island (USA),

2. de vennootschap naar vreemd recht HASBRO INTERNATIONAL INC.,

gevestigd te Pawtucket, Rhode Island (USA),

3. de besloten vennootschap met beperkte

aansprakelijkheid HASBRO B.V.,

gevestigd te Utrecht,

eiseressen in conventie,

verweersters in reconventie,

procureur mr. R. Slotboom,

advocaat mr. S.M. Kaak,

- tegen -

de vennootschap naar vreemd recht

SIMBA TOYS GMBH & CO.KG,

gevestigd te Fürth, Duitsland,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

procureur mr. S.P.J.F. Zwanen,

advocaat mr. G.S.P. Vos.

Partijen worden hierna aangeduid als respectievelijk “Hasbro c.s.” en “Simba Toys”.

1. Het verloop van het geding

De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:

- dagvaarding d.d. 3 juli 2007;

- pleitnotities, producties en conclusie van dupliek van mr. Kaak;

- pleitnotities en producties van mr. Vos;

- voorwaardelijke conclusie van eis in reconventie van mr. Vos.

De raadslieden van partijen hebben de respectieve standpunten toegelicht ter zitting van

16 juli 2007.

2. De feiten

In dit kort geding wordt van de volgende feiten uitgegaan.

2.1

Hasbro c.s. is een internationaal opererende onderneming die zich - kort gezegd - bezighoudt met het ontwerpen, fabriceren en verhandelen van spellen en speelgoed.

Simba Toys is binnen dezelfde branche werkzaam; partijen zijn elkaars directe concurrenten.

2.2

Hasbro c.s. heeft in 1982 de serielijn “My little pony” geïntroduceerd. Er bestaan drie generaties van “My little pony”, te weten: Dream Valley (1982-1992), Friendship Garden (1997-1999) en Ponyville (2003-heden).

2.3

Simba Toys is eveneens sinds 1982 actief op de speelgoedmarkt. De Simba Pony Producten zijn onder meer genaamd “My Sweet Pony”, “Styling Pony”, “Little Fairy Pony” (ook wel

“Steffi Love Evis Fantasy Pony” genaamd) en “Unicorn”.

2.4

Op 18 mei 2007 is de “Little Fairy Pony” aangetroffen bij de Toys R’Us te Den Haag.

Per aangetekende brief d.d. 30 mei 2007 heeft Hasbro c.s. Simba Toys gesommeerd om - kort gezegd - de inbreuk op de auteursrechten van Hasbro c.s. te staken en gestaakt te houden. Op 26 juni 2007 zijn de “Little Fairy Pony” en de “Styling Pony” aangetroffen bij de Toys R’Us te Rotterdam en op 4 juli 2007 is de “Styling Pony” aangetroffen bij de Trekpleister.

2.5

Bij (naar de voorzieningenrechter begrijpt: in gewijsde gegaan) vonnis van deze rechtbank van 8 januari 2003, waarbij Hasbro als eisende partij is opgetreden is onder meer overwogen:

Van de pony's van My Little Pony kan worden gezegd dat deze een eigen oorspronkelijk karakter bezitten en het persoonlijkstempel van de maker dragen en dat deze aldus een werk zijn in de zin van art.1 Auteurswet

3. Het geschil

3.1

Hasbro c.s. vordert - na wijziging - dat het de voorzieningenrechter moge behage om bij vonnis, voor zover de wet zulks toelaat uitvoerbaar bij voorraad op de minuut en op alle dagen en uren:

i) Simba Toys en/of de aan haar gelieerde rechtspersonen te bevelen met onmiddel-lijke ingang na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis iedere inbreuk op de aan Hasbro c.s. toebehorende auteursrechten en haar onrechtmatig handelen zoals omschreven in het lichaam van deze dagvaarding te staken en gestaakt te houden en haar te verbieden om de Simba Pony Producten openbaar te maken en te verveelvoudigen;

ii) Simba Toys en/of de aan haar gelieerde rechtspersonen te bevelen om binnen 5

(vijf) werkdagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis rekening en verantwoording af te leggen van de door de inbreuk genoten winst en een door een registeraccountant gecontroleerde opgave te doen van de door Simba Toys en /of de aan haar gelieerde rechtspersonen geproduceerde en verkochte hoeveelheden van de Simba Pony Producten die zijn verkocht, geleverd, geïmporteerd en geëxporteerd of die anderszins zijn verhandeld in Nederland en de hoeveelheden van de Simba Pony Producten die Simba Toys en/of de aan haar gelieerde rechtspersonen nog op voorraad heeft, onder opgave van namen en adressen van alle bij de verhandeling van de Simba Pony Producten in Nederland betrokken (rechts)personen, waaronder die van de leveranciers als ook van degene aan wie de Simba Pony Producten zijn geleverd, artikelnummers, gehanteerde in- en verkoopprijzen en verkochte en geleverde aantallen en onder bijsluiting van kopieën van facturen, pakbonnen en andere relevante bescheiden;

iii) Simba Toys en/of de aan haar gelieerde rechtspersonen te bevelen om binnen 5 (vijf) werkdagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis de Simba Pony Producten bij haar Nederlandse afnemers terug te halen door het versturen van een brief aan al haar afnemers (niet zijnde particulieren) van de Simba Pony Producten, onder gelijke toezending van een afschrift daarvan aan de advocaat van eiseressen met de volgende inhoud (lettertype Times New Roman, punt 12, zonder toe- en/of bijschriften):

'Bij vonnis van de voorzieningenrechter te Rotterdam van [DATUM] 2007 is

vastgesteld dat de door ons aan u geleverde producten ‘Little Fairy Pony’, ‘ My Sweet Pony’, ‘Steffi Love Evi Unicorn’, ‘Steffi Love Evis Fantasy Pony’ en

‘Styling Pony’ met artikelnummers [INVULLEN] inbreuk maken op de rechten van

Hasbro.

Wij verzoeken u om binnen twee dagen de exemplaren van deze producten, die nog in uw bezit zijn, aan ons te retourneren. Wij zullen de inkoopprijs en alle eventueel door u met betrekking tot het retourneren te maken kosten vergoeden’.

of een zodanige brief als U Edelachtbare heer Voorzieningenrechter juist acht.

iv) Simba Toys en/of de aan haar gelieerde vennootschappen te bevelen om binnen 5

(vijf) werkdagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis alle door

haar afnemers geretourneerde Simba Pony Producten en alle nog bij gedaagde

en/of de aan haar gelieerde vennootschappen voorradige exemplaren van de Simba

Pony Producten op een centraal punt te verzamelen en dat Simba Toys en/of de aan

haar gelieerde vennootschappen deze onder zich dient te houden en/of niet zal (door)leveren of retourneren aan enige derde en deze op eerste verzoek van Hasbro c.s. te (doen) vernietigen en/of ter vernietiging aan Hasbro c.s. af te staan, zulks op kosten van Simba Toys;

v) Simba Toys te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 5.000,00

(zegge: vijfduizend euro) voor iedere dag of gedeelte daarvan, of van € 5.000,00

(zegge: vijfduizend euro) per keer - zulks ter uitsluitende keuze van Hasbro c.s. -

dat Simba Toys het onder i) tot en met iv) gevorderde ver- en geboden geheel of

gedeeltelijk overtreedt, een en ander met een maximum van € 1.000.000,00

(zegge: een miljoen euro), althans zodanige dwangsommen als door U

Edelachtbare heer voorzieningen- rechter in goede justitie zullen worden gelast;

vi) de termijn als bedoeld in artikel 1019i lid 1 en in artikel 50 lid 6 TRIPS te

bepalen op zes maanden na het onherroepelijk worden van het in deze zaak te

wijzen vonnis, althans een zodanige termijn als U Edelachtbare heer

Voorzieningenrechter in redelijkheid voorkomt;

vii) Simba Toys te veroordelen tot betaling van het volledige salaris van de advocaat en verschotten, thans begroot op € 25.000,00 (zegge: vijfentwintig duizend euro), althans een zodanig bedrag als U Edelachtbare heer Voorzieningenrechter in goede justitie, redelijk acht;

viii) Simba Toys te veroordelen in de kosten van het geding.

3.2

Hasbro c.s. legt aan deze vorderingen ten grondslag dat Simba Toys door het (doen) verveelvoudigen en ten verkoop aanbieden c.q. verkopen van deze Simba Pony Producten, althans het openbaar maken daarvan, inbreuk pleegt op de auteursrechten van Hasbro c.s. en onrechtmatig jegens hen handelt.

Ter onderbouwing van deze stellingen heeft Hasbro c.s. - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende naar voren gebracht.

- De Simba Pony Producten zijn verveelvoudigingen van My Little Pony Producten. De Simba Pony Producten vertonen in zodanige mate de auteursrechtelijk beschermde trekken van het originele werk van de My Little Pony Producten, dat de totaalindrukken zodanig met elkaar overeenstemmen dat de Simba Pony Producten niet kunnen worden aangemerkt als zelfstandige scheppingen.

- Simba Toys maakt zich schuldig aan slaafse nabootsing. De Simba Pony Producten zijn onrechtmatige nabootsingen van de My Little Pony Producten van Hasbro c.s., waardoor er nodeloze verwarring wordt veroorzaakt in de markt.

- Simba Toys profiteert op die manier zonder enige moeite en kosten van de vele investeringen, die Hasbro c.s. jarenlang heeft gedaan voor de ontwikkeling, productie en marketing van haar My Littly Pony Producten. Door de Simba Pony Producten worden zowel de reputatie, het onderscheidende vermogen, het marketing- en het prijsbeleid van de My Little Pony Producten ernstig aangetast, waardoor Hasbro c.s. aanzienlijke schade lijdt en heeft geleden.

- Deze schade bestaat onder meer uit de afbreuk aan het onderscheidende vermogen en de wereldwijde reputatie van het meest succesvolle product van Hasbro c.s. Daarnaast lijdt Hasbro c.s. door de verhandeling en/of verkoop van de pony lijn van Simba Toys omzetverlies en winstderving in Nederland.

3.3

Simba Toys voert gemotiveerd verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4. Voorwaardelijke eis in reconventie

4.1

Simba Toys vordert in voorwaardelijk eis in reconventie dat het de voorzieningenrechter moge behage om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Hasbro c.s. te veroordelen in de kosten van deze procedure, bestaande uit de volledige feitelijk door Simba Toys gemaakte kosten van de salarissen en verschotten van de advocaat en de procureur, of een ander door U Edelachtbare heer Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag ter vergoeding van de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die Simba Toys heeft gemaakt.

4.2

Simba Toys heeft deze vordering - onderbouwd met stukken - begroot op € 34.004,88 aan advocatenkosten en € 10.531,50 aan onderzoekskosten.

4.3

Het verweer van Hasbro c.s. strekt tot afwijzing van voornoemde vordering.

5. De beoordeling

5.1

Voor zover de vorderingen van Hasbro c.s. zien op aan Simba Toys “gelieerde rechtspersonen” zullen deze worden afgewezen, nu eventuele toewijzing in strijd zou komen met beginselen van behoorlijke procesvoering. De omschrijving “gelieerde rechtspersoon” is te vaag geformuleerd is en onvoldoende geconcretiseerd om een behoorlijk verweer mogelijk te maken. Een “gelieerde rechtspersoon” is geen wettelijk criterium en onduidelijkheid zou (kunnen) bestaan over de vraag of een rechtspersoon zich aangesproken zou moeten voelen en/of zich de inhoud van het vonnis zou moeten laten welgevallen, nog daargelaten dat de “gelieerde rechtspersonen” niet in de gelegenheid zijn geweest zich te verweren. Met Simba Toys wordt in het hiernavolgende derhalve alleen de gedaagde vennootschap bedoeld.

5.2

Simba Toys heeft aangevoerd dat de voorzieningenrechter van deze rechtbank onbevoegd is van onderhavige vorderingen kennis te nemen, nu Simba Toys geen relevante handelingen in Nederland verricht en dat ook in de toekomst niet gaat doen. Gelet hierop heeft Hasbro c.s. de verkeerde vennootschap gedagvaard. Gedagvaard hadden moeten worden de Toy Team Agencies B.V. uit Apeldoorn, die hier producten van het merk Simba verhandeld, en/of Simba Toys Ltd uit Hong Kong, die verantwoordelijk is voor de productie en levering aan Nederlandse klanten van de pony-speelgoed-producten.

Dit verweer wordt verworpen. Simba Toys heeft betoogd (al.21 pleitaantekeningen mr Vos) dat zij ontwerpt in Duitsland, toestemming geeft aan Simba Hong Kong om - ook voor de Nederlandse markt bedoelde - producten te (laten) produceren in China, te doen leveren in Hong Kong en in Nederland (door haar agent) aan te bieden. In deze hoedanigheid heeft Simba Toys een centrale verantwoordelijkheid en rol voor de productie en verspreiding van de pony-speelgoed-producten hier te lande.

Nu de onder 2.4 bedoelde pony's onder andere in Rotterdam zijn aangetroffen en de gevraagde voorziening - ook - daar getroffen moet worden, acht de voorzieningenrechter zich bevoegd om over de vorderingen te beslissen.

5.3

Ten aanzien van de spoedeisendheid is door Hasbro c.s. gesteld dat zij medio mei 2007 kennis kreeg van de verkoop van pony-speelgoed-producten in Nederland door Simba Toys.

De voorzieningenrechter oordeelt dat indien Hasbro c.s. constateert dat er van (vermeende) inbreuk op haar auteursrecht c.q. onrechtmatig handelen sprake is, Hasbro c.s. evident een spoedeisend belang heeft dat Simba Toys de handel en verkoop van deze pony’s terstond staakt. Dat Simba Toys mogelijkerwijs (jaren) eerder pony-speelgoed-producten op de Nederlandse markt heeft gebracht, doet daaraan niet af.

5.4

De vorderingen van Hasbro c.s. richten zich op de volgende pony’s van Simba Toys:

“My Sweet Pony”, “Styling Pony”, “Little Fairy & Pony” en “Steffi Love Unicorn”.

Niet in geding is dat Steffi Love Unicorn niet beschikbaar is op de Nederlandse markt. Nu voorshands door Hasbro c.s. niet aannemelijk is gemaakt dat deze pony in de toekomst door Simba Toys op de Nederlandse markt wordt gebracht en derhalve reeds daarom geen sprake is van dreigende inbreuk, zal de vordering voor zover het de Steffi Love Unicorn betreft worden afgewezen.

Hasbro c.s. heeft aangevoerd dat “My Sweet Pony” in de periode van 2002 tot 2003 op de Nederlandse markt verkrijgbaar is geweest. Voorshands kan niet worden uitgesloten - gelet ook op meer genoemd vonnis van 8 januari 2003, waarin melding wordt gemaakt van deze pony’s - dat dit inderdaad het geval was. Dit neemt niet weg dat niet in geding is dat deze pony’s thans niet meer door Simba Toys op de Nederlandse markt worden aangeboden en Hasbro c.s. niet althans onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat dit in de toekomst is te voorzien. Gelet hierop zullen de vorderingen voor zover zij betrekking hebben op “My Sweet Pony” eveneens worden afgewezen.

5.5

De voorzieningenrechter zal zich verder derhalve beperken tot de pony’s van Simba Toys met de naam “Styling Pony” en “Little Fairy & Pony” in relatie tot “My little pony, Ponyville”.

Foto's van door eiseres ter gelegenheid van het pleidooi gedeponeerde exemplaren van de pony's worden aan dit vonnis gehecht.

Het beroep van Hasbro c.s. op auteursrechtelijke bescherming kan slechts slagen, indien buiten twijfel is dat de “Ponyville” een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Gelet op ondermeer de grootte, vormgeving,

kleur, gezichtsuitdrukking, opstaande voorpoot, logo en gekleurde kambare haren van

de “Ponyville”, doet deze situatie zich hier voor. De voorzieningenrechter verwijst voorts naar het onder 2.5 genoemde vonnis van deze rechtbank en is dan ook voorshands van oordeel dat er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk.

Vervolgens is de vraag aan de orde of de “Styling Pony” en de “Little Fairy & Pony” zijn aan te merken als een werk waartegen Hasbro c.s. haar auteursrechtelijke bescherming te gelden kan maken. Simba Toys heeft deze vraag ontkennend beantwoord en daarbij gewezen op het feit dat voornoemde kenmerken van de “Ponyville” geenszins ongebrui-kelijk zijn voor vele van de op de markt gebrachte pony’s.

Dit verweer slaagt voor wat betreft de “Styling Pony”, nu deze pony wel enkele van voornoemde kenmerken heeft, maar niet de combinatie van deze elementen die zo karakte-ristiek zijn voor de “Ponyville”. In dat kader kan onder andere worden gewezen op het verschil in grote, de verschillende hoofddeksels en overige accessoires, het ontbreken van een embleem, de hardroze kleur, de rechte benen en de gekartelde en bewerkte hoeven.

De “Little Fairy & Pony” maakt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter wel inbreuk op het auteursrecht van Hasbro c.s. De “Little Fairy & Pony” van Simba is vrijwel identiek aan de pony “Ponyville” van Hasbro c.s.. Slechts bij nauwkeurige observatie zijn op een beperkt aantal onderdelen van de pony marginale verschillen te vinden (iets lichtere kleur en glitters), terwijl binnen het idee van de pony’s vele concrete uitvoeringen denkbaar en mogelijk zijn. (Gelet ook op de ter zitting getoonde andersoortige pony’s.)

Voor wat betreft de “Little Fairy & Pony” beroept Hasbro c.s. zich terecht op auteurs-rechtelijke bescherming.

Daarnaast is er voor zover het de “Little Fairy & Pony” betreft sprake van onrechtmatig handelen, nu uit voornoemd feitenbestand blijkt dat sprake is van een slaafse nabootsing welke een vorm van ongeoorloofde mededinging oplevert.

5.6

Het voorgaande leidt er kort gezegd toe dat de vordering van Hasbro c.s. strekkende tot de beëindiging van de gestelde inbreuk en het verbod voor Simba Toys om de “Little Fairy & Pony” openbaar te maken en te verveelvoudigen zal worden toegewezen in voege als hierna in het dictum bepaald. Aangetekend zij hierbij dat Hasbro haar vordering ter gelegenheid van het pleidooi uitdrukkelijk beperkt heeft tot Nederland.

Het overige onder i) gevorderde en het onder ii) tot en met v) gevorderde zal worden afgewezen, gelet op de aard van de onderhavige procedure en/of het feit dat het handelen dat aan deze vorderingen ten grondslag ligt niet althans thans onvoldoende duidelijk aan Simba Toys kan worden toegeschreven dan wel dat het niet ( zonder meer) binnen haar macht ligt aan die vorderingen gevolg te geven.

Meer in het bijzonder wordt om die reden afgezien van het opleggen van een dwangsom, gegeven ook de rol die de niet gedaagde Nederlandse agent in het geheel speelt.

5.7

Nu de toe te wijzen vordering een voorlopige maatregel vormt als bedoeld in art. 50 lid 1 TRIPs-Verdrag, moet ingevolge artikel 260 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een termijn worden bepaald voor het instellen van de eis in de hoofdzaak. De hierna te bepalen termijn wordt daartoe redelijk geacht.

5.8

De voorzieningenrechter ziet aanleiding- nu de vordering van Hasbro slechts in beperkte mate wordt toegewezen - de kosten van dit kort geding en de overige door partijen gemaakte (proces)kosten te compenseren.

Dit brengt ook met zich dat de vordering van Simba Toys in voorwaardelijke reconventie zal worden afgewezen.

6. De beslissing

De voorzieningenrechter,

beveelt Simba Toys de inbreuk op het auteursrecht van Hasbro c.s met betrekking tot de “Ponyville” in Nederland te staken en gestaakt te houden;

verbiedt Simba Toys om na betekening van dit vonnis de “Little Fairy & Pony” in Nederland te doen openbaar maken en verveelvoudigen;

bepaalt de termijn waarbinnen op grond van artikel 260 Rv een bodemprocedure aanhangig dient te worden gemaakt op vier maanden vanaf de dag van het wijzen van dit vonnis;

wijst af de vordering in voorwaardelijke reconventie;

compenseert de proceskosten in conventie en in reconventie;

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. H.C.Fraaij, griffier.

Uitgesproken ter openbare terechtzitting

1862/676


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature